Juridische Tweedelijnsbijstand anno 2016

Vanaf 1 september 2016 gelden er nieuwe vergoedingsregels voor de juridische tweedelijnsbijstand. Het Gerechtelijk Wetboek is al aangepast, nu volgen nog enkele uitvoeringsregels. Er komt een nieuwe puntenregeling die voor een rechtvaardiger vergoeding moet zorgen. De werkelijke tijdsbesteding wordt bovendien belangrijker. In functie daarvan kan het puntenaantal verlaagd of verhoogd worden.
Puntenlijst De nieuwe puntenlijst zorgt ervoor dat de punten correcter worden toegekend. De lijst is veel gedetailleerder dan de vorige. Elke procedure is opgedeeld in verschillende handelingen (bv. opstellen verzoekschrift, opstellen conclusies, bijkomende zitting…) waar telkens punten aan verbonden zijn. Er is ook steeds voorzien in een aantal basispunten, los van de gestelde handelingen. De advocaat kan maar één keer de basispunten vragen voor eenzelfde rechtzoekende of voor verschillende rechtzoekenden met gelijklopende belangen die hij in dezelfde zaak bijstaat. Belangrijk is ook dat elk punt gelijkgesteld wordt met een prestatie van één uur. Een belangrijk element dat het mogelijk maakt om het aantal toegekende punten te verhogen of te verlagen al naargelang de werkelijke tijdsbesteding. De puntenregeling voor verplaatsingen ziet er voortaan iets anders uit. Voortaan is er een vergoeding voor elke gereden kilometer vanaf kantoor, met een minimum van 20 km: 0,0125 punten per kilometer. Tot nu werd er gerekend met een volledige schijf van 20 km. Die leverde 0,5 punten op. Het bureau voor juridische bijstand controleert de verplaatsingen.
Tijdsbesteding Als bij het afsluiten van het dossier blijkt dat de tijdsbesteding van de advocaat lager ligt dan de prestaties die overeenstemmen met de voorzien punten (1 punt – prestatie van 1 uur) dan mag die alleen een vergoeding vragen voor de daadwerkelijk gebruikte tijd.
Vermindering punten Het bureau voor juridische bijstand kan zelf beslissen om het normale aantal punten – het aantal punten dat overeenstemt met de geleverde prestaties – zelf te verminderen.
In twee gevallen:
■de advocaat heeft minder prestaties geleverd; of ■hij is niet met de nodige aandacht en efficiëntie tewerk gegaan. 
Verhoging punten De advocaat kan op zijn beurt een verhoging van het puntenaantal vragen. Dit wanneer hij kan aantonen dat zijn prestaties het aantal overeenstemmende punten met meer dan 100% overschrijdt. Hij vermeldt de omstandigheden waardoor het dossier een hoger aantal punten rechtvaardigt.
Stavingsstukken Om punten te kunnen krijgen voor hun werk, moeten de advocaten de geleverde prestaties aantonen aan de hand van een verslag met stavingsstukken. Dossiers die meer dan vijf jaar na de laatste nuttig geleverde prestatie afgesloten worden, leveren geen vergoeding meer op.
Digitale lijst De stafhouders bezorgen aan de Orde van de Vlaamse balies of zijn Franstalige tegenhanger elk jaar een digitale lijst met alle advocaten die hebben gewerkt in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Voortaan wordt per aanstelling ook de betrokken materie, de geïnde rechtsplegingsvergoeding, de door de rechtzoekende betaalde en niet-betaalde remgelden en de punten van de verplaatsingen vermeld.
Berekening puntenwaarde Voor het vaststellen van de waarde van een punt vertrekt men van het totale bedrag dat voor de vergoedingen is ingeschreven op de begroting van het jaar waarin het betrokken gerechtelijk jaar eindigt. Dat bedrag wordt vermeerderd met het totaal van de door de rechthebbende betaalde eigen bijdragen (onder meer de remgelden) en met de geïnde rechtsplegingsvergoedingen. Dat bedrag wordt tot slot verminderd met de eventueel terugbetaalde remgelden. Het uiteindelijk bekomen bedrag wordt gedeeld door het totale aantal punten van de advocaten. Het bedrag dat men dan bekomt is de waarde van het punt.
Vergoeding Voor de uiteindelijke vergoeding van de advocaat wordt het aantal behaalde punten vermenigvuldigd met de waarde van één punt. De geïnde rechtsplegingsvergoeding wordt van dat bedrag afgetrokken. Ook de door de rechtzoekende betaalde remgelden aan de advocaat en – bij gedeeltelijk kosteloze bijstand - de door de rechtzoekende betaalde bijdrage worden van het bedrag afgetrokken.
Inwerkingtreding Het nieuwe KB van 21 juli 2016 en het MB van 19 juli 2016 treden in werking op 1 september 2016. Bron:Koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand, BS 10 augustus 2016 Bron:Ministerieel besluit van 19 juli 2016 tot vaststelling van de nomenclatuur van de punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk of volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand, BS 10 augustus 2016; Zie ook: Gerechtelijk Wetboek (art. 508/7 e.v.) Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de vergoeding die aan advocaten wordt toegekend in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand en inzake de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand
Afkondigingsdatum : 21/07/2016 Publicatiedatum : 10/08/2016
Jura